Sinds 2010 wordt in het kader van de klimaatakkoorden, gesloten tijdens VN-bijeenkomsten in Kopenhagen en Cancun, elk jaar een belangrijk bedrag in het budget van DGD voorzien voor klimaatfinanciering. Met het klimaatakkoord van Parijs (2015) bevestigden ontwikkelde landen hun belofte om tegen 2020 100 miljard dollar per jaar te mobiliseren voor de transitie naar een koolstofarme ontwikkeling en voor de aanpassing aan klimaatverandering in ontwikkelingslanden.
Sit lectus et sagittis dignissim consectetur ultricies ac blandit elit.
België engageerde zich om jaarlijks 50 miljoen euro bij te dragen aan de internationale klimaatfinanciering. In het interfederale akkoord(externe link) over de verdeling van de Belgische klimaat- en energiedoelstellingen voor de periode 2013-2020 werd afgesproken dat de federale overheid de helft van dit engagement zou dragen. Het regeerakkoord (2014-2019) voorziet dat de federale overheid blijft bijdragen aan internationale klimaatfinanciering, o.a. via haar ontwikkelingssamenwerking.
De menselijke invloed op het klimaat is een onmiskenbare realiteit. De wetenschappelijke consensus daarover is helder. De snelle opwarming van onze planeet heeft grote ecologische, economische en sociale gevolgen. Wereldwijde actie is nodig om deze trend te keren.
Eind 2015 raakten in Parijs 195 landen het eens over een ambitieus klimaatakkoord. Het is duidelijk dat de dringendheid en de gevolgen van de klimaatverandering intussen wereldwijd erkend worden. Eén van de belangrijkste afspraken uit dit akkoord is de doelstelling om de opwarming van de aarde ruim onder de 2°C te houden en ernaar te streven om de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal 1,5°C. Vlaanderen en België kunnen niet achterblijven. Integendeel, een voortrekkersrol in de strijd tegen de klimaatopwarming biedt tal van opportuniteiten.
Leo aliquet commodo id sed interdum urna sed commodo libero.
De uitdagingen zijn groot. Onze energievoorziening moet tegelijk betrouwbaar, betaalbaar en milieuvriendelijk zijn. We worden daarnaast geconfronteerd met vele (nieuwe) behoeften in onze samenleving. Deze leiden niet altijd tot een duurzaam verbruik, met een toenemende uitstoot tot gevolg. Deze vaststelling moet ons doen nadenken over alternatieven. Gebouwen en mobiliteit zijn de grootste bron van broeikasgassen. Het potentieel om deze uitstoot sterk terug te dringen is groot.
Specifiek voor Vlaanderen zijn de uitdagingen nog groter door de hoge bevolkingsdichtheid, havens met energie-intensieve industrie, de erfenis van een chaotische ruimtelijke ordening en een verouderd en slecht geïsoleerd woningpatrimonium.
Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen heeft zich voorgenomen om van klimaatbeleid een absolute prioriteit te maken. Met de Green Deal wil ze van Europa tegen 2050 het eerste klimaatneutrale continent ter wereld te maken. We staan met CD&V voluit achter die ambitie. Voor 2030 pleiten we op Europees niveau voor een verhoogde Europese reductiedoelstelling van minstens 50% en richting 55%, zoals ook de Europese Green Deal vooropstelt. In ruil verwachten we van Europa een doortastend flankerend beleid. We zijn met andere woorden ambitieus in onze doelstellingen en maatregelen, maar zorgen er tegelijk voor dat de energietransitie ook haalbaar en sociaal rechtvaardig is.